De Kloof
De Kloof
Ver weg hoort John een bellend geluid, waardoor hij wakker wordt. Hij wrijft zich in zijn ogen en drukt de wekker in die hem om half zeven uit zijn bed roept. Wat een ellende, denkt hij, weer een dag. Half slaperig probeert hij op te staan en voelt de stijfheid in zijn lichaam en de moeheid die maar niet over wil gaan. John is een drukke zakenman met een eigen kantoor en maakt lange dagen. Maar ondanks zijn lange dagen wil het werk niet echt vlotten. John zit niet lekker in zijn vel en heeft veel zorgen.
Snel kleedt hij zich aan, smeert zijn broodje, neemt een beker melk en hup naar kantoor in zijn Mini Cooper. Zijn kantoor ligt in het hartje van Londen. Bij het betreden van zijn kantoor ziet hij de reclamefolders in de hal liggen. Nog even snel de folders doorbladeren, denkt hij, wie weet staan er nog koopjes in. John is dol op koopjes. Terwijl hij de folders doorkijkt zet hij een kopje thee. Hij pakt zijn overvolle agenda en ziet om 13.30 uur een afspraak bij de tandarts staan. “Brrrrrr,” zegt hij: “daar zit ik vandaag nou net niet op te wachten.”
Zelfmedelijden
Een ding kan John heel goed. Medelijden hebben met zichzelf, want hij ervaart veel onrecht in zijn leven en die kan hij maar moeilijk loslaten. Er zijn veel mensen die hem onrecht aandoen en dat terwijl hij voor die mensen, maar ook voor andere mensen altijd klaar staat. John mag een ander graag helpen, want hij vindt dat is de plicht van ieder mens. Deze plicht drukt hem zwaar op zijn schouders, want nee zeggen kan hij niet.
Medelijden hebben met zichzelf lost voor John zijn problemen niet op, maar hij heeft er zo langzamerhand wel zijn hobby van gemaakt. Hij pakt de krant en ziet er een cursus in staan: Opkomen voor jezelf door NEE te leren zeggen! Tien lessen voor 150 euro. Dat is niet duur, denkt hij, maar zal het wel iets zijn? Aangezien de lage prijs heeft hij zo z’n twijfels. John zoekt wederom weer een excuus om maar te blijven zitten in zijn eigen medelijden cursus, want daar is hij goed in.
Onderweg naar de Tandarts
Even na 13.00 uur stapt John in zijn Mini Cooper 3 S. Jaja John houdt van snelle auto's, die hij ook nodig is in zijn drukke leven, want rust ervaart hij niet. De praktijk van de tandarts ligt buiten het drukke Londen in een klein dorpje. Net buiten Londen komt hij wegwerkzaamheden tegen met als gevolg een omleiding. Na een tijdje de omleiding te hebben gevolgd denkt hij, geen flauw idee waar ik nu zit. Achter hem rijdt geen enkele auto en tegemoetkomend verkeer ziet hij ook niet. Met een wat onbehaaglijk gevoel vervolgt hij zijn weg.
Opeens maakt zijn auto veel lawaai en begint steeds langzamer te rijden totdat hij helemaal stil staat. “Wat raar,” zegt hij, “de benzinemeter staat nog op halfvol.” Hij stapt uit en duikt onder de motorkap. Tja en als je hier geen verstand van hebt, dan wordt het lopen. Gelukkig heeft hij zijn luxe Samsung smartphone bij de hand en belt zijn garage. Hoe is het mogelijk geen ontvangst en de batterij is nog bijna vol, denkt hij. Er zit dan toch niets anders op dan te lopen, maar op tijd bij de tandarts komen zal hem dan ook niet meer lukken. Na een paar honderd meter lopen ziet hij in de verte een Kloof in de weg.
Staande voor de Kloof
Als hij bij die Kloof komt zit er zo'n twee meter tussen de zijde waar hij staat en de andere zijde. Vreemd de weg stopt hier en gaat aan de andere kant verder. Misschien is de weg nog niet helemaal af, denkt hij. Maar waarom is dat gat zo diep? Hier zou gemakkelijk iemand in kunnen vallen en er nooit weer uitkomen, laat staan de val te overleven. Er staan ook geen borden bij dat deze weg nog niet klaar is.
Als hij bij die Kloof komt zit er zo'n twee meter tussen de zijde waar hij staat en de andere zijde. Vreemd de weg stopt hier en gaat aan de andere kant verder. Misschien is de weg nog niet helemaal af, denkt hij. Maar waarom is dat gat zo diep? Hier zou gemakkelijk iemand in kunnen vallen en er nooit weer uitkomen, laat staan de val te overleven. Er staan ook geen borden bij dat deze weg nog niet klaar is.
In de verte ziet hij aan de andere kant mensen lopen. Tenminste het lijken mensen, maar hij kan niet goed onderscheiden wat daar nou eigenlijk loopt. Het lijkt wel een heel andere wereld aan die andere zijde en beslist niet het mistige Londen wat hij altijd ziet. Een vredige wereld. Wat is die lucht daar blauw, zo'n mooie kleur blauw heeft hij nog nooit gezien.
Roepen naar de andere Kant
“Hallo daarzo!” roept hij, “horen jullie mij?" Maar hij ziet en hoort van de andere kant geen reactie. John roept nog harder, maar het resulteert op een gegeven moment in schreeuwen, waardoor hij schor begint te worden en zijn keel pijn begint te doen. Wacht eens, denkt hij, volgens mij heb ik nog een megafoon in de auto liggen die ik eerder nodig was bij een brandweeroefening.
“Hallo daarzo!” roept hij, “horen jullie mij?" Maar hij ziet en hoort van de andere kant geen reactie. John roept nog harder, maar het resulteert op een gegeven moment in schreeuwen, waardoor hij schor begint te worden en zijn keel pijn begint te doen. Wacht eens, denkt hij, volgens mij heb ik nog een megafoon in de auto liggen die ik eerder nodig was bij een brandweeroefening.
Snel rent hij naar zijn auto en zoekt in zijn overvolle kofferbak naar de megafoon. Warempel hij ligt er nog in. Hij rent terug naar de Kloof en roept door de megafoon. “Hallo horen jullie mij nu? Ik lijk de rijke man wel,” zegt hij tegen zichzelf, “die tegen Lazarus roept in de schoot van Abraham.” Jaja John kent de Bijbel wel, alleen doet hij er niets mee. Ondanks dat je John van heinde en ver kunt horen, schijnen de mensen aan de andere kant John helemaal niet op te merken.
Overbruggen
Wat als ik nou deze Kloof kan overbruggen met mijn lengte, denkt hij. John is 1.87 meter en de Kloof zal smaller zijn dan 1.87, tenminste dat schat hij in en aangezien hij boekhouder is heeft hij wel verstand van getallen. Maar wat als ik te kort ben, denkt hij. Nogmaals kijkt hij in dat gigantisch groot gat en besluit weer naar zijn auto terug te lopen. Na een half uurtje in zijn auto te hebben gezeten blijft de andere kant aan hem trekken.
Nogmaals loopt hij naar de Kloof en ondanks zijn grote angst om erin te vallen, besluit hij zich toch voorover te laten vallen om de andere kant vast te grijpen en het lukt hem. Tegelijkertijd komt er een stemmetje in zijn hoofd die tegen hem zegt: overbruggen in je eentje zal jou niet lukken John. "Jaja lekker opbeurend op dit moment. Zo daar ben ik mooi klaar mee. Kan niet meer vooruit en niet meer achteruit,” zegt John. “Help!!,” roept hij hard, terwijl hij probeert zich uit zijn benarde situatie te bevrijden. “Help mij dan!”
De Redder in Nood
Opeens staat er een zeer vriendelijke man voor John die hem bij zijn handen grijpt en omhoogtrekt. “Meneer?” zegt die man, “wat zijn wij aan het doen?” “Ik wilde naar de tandarts,” zegt John. “Dit lijkt mij niet de juiste weg jongeman,” zegt de man. “Zie jij niet hoe breed en diep deze Kloof is?” “Dacht dat ik het met mijn lengte wel zou redden,” zegt John. “Je hebt Iemand nodig die voor jou die Kloof gaat overbruggen,” zegt de man, “anders kun je het wel vergeten. Haal je rugzak op en kom terug.”
De Tandarts
“De tandarts had het over een rugzak en stammelde iets over een Kloof en ging er vandoor. Geen flauw idee wat hem bezielt,” zegt de assistente. “Rugzak?” zegt John. “Waar is hij dan naar toe?” “Hij had het over een wegomleiding naar zijn praktijk.” zegt de assistente. “Hoelang is hij al weg?” vraagt John. “Al meer dan twee uur,” zegt ze verontrustend. John legt de telefoon neer en loopt naar het raam van zijn kantoor. “Rugzak! Rugzak!” herhaalt hij steeds. “Maar ik heb helemaal geen rugzak,” zegt hij.
De Winkel
De Inhoudt van de Rugzak
Nogmaals de Vreemde Man
De Ballast
De Redding
John gaat staan en voelt de last van de rugzak niet meer. De Kloof is breder geworden en hij ziet een gigantisch Kruis die de ene kant verbindt met de andere kant. Hij kan er overheen lopen, zo breed is het Kruis.
De Weg
Het Licht